Teken lijken op kleine platte spinnetjes en behoren tot de geleedpotigen. Bij deze dierengroep zit het skelet aan de buitenkant en bestaan de poten en het lichaam uit verschillende verharde delen. Teken zijn bruin of zwart gekleurd en voeden zich met bloed van dieren of mensen. De lengte van een teek hangt af van het geslacht. Volwassen mannetjesteken kunnen zo’n 1 tot 5 millimeter worden terwijl de vrouwtjesteek in volgezogen toestand een omvang kan bereiken van meer dan een centimeter. Dit komt omdat vrouwtjesteken bloed nodig hebben voor de ontwikkeling van eitjes.
Teken hebben vier levensstadia: ei, larve, nimf en volwassen teek. Omdat de beestjes tot de spinachtigen behoren, hebben ze acht poten. Een larve heeft er echter nog zes.
Wereldwijd bestaan er meer dan achthonderd soorten teken waarvan er een tiental in Nederland leeft. Teken komen in het hele land voor. Ze nestelen zich graag op vochtige plekken met veel schaduw als bossen, heidegebieden en parken. Teken worden met name actief door de zon, waardoor de kans op een tekenbeet het grootst is tussen de maanden maart en oktober.